ECLI:NL:RBDHA:2024:19182

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
NL24.39353
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Hanssen - Telman
  • J.A. Hessels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die samen met haar minderjarige kinderen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van haar aanvraag. Dit besluit werd op 9 oktober 2024 genomen door de minister van Asiel en Migratie en op 12 november 2024 aangevuld met een aanvullend besluit. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 november 2024 behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde en de minister werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Tijdens de zitting was ook een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL24.39352, al uitspraak gedaan op het beroep van verzoekster. Gezien deze uitspraak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om die reden afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter de minister wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 875,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. Aangezien verzoekster een toevoeging heeft gekregen, moet de minister deze kosten vergoeden aan de rechtsbijstandverlener. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.39353

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoekster

mede namens haar minderjarige kinderen,
(gemachtigde: mr. B. de Haan),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. N. Mikolajczyk).

Procesverloop

Bij besluit van 9 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Dit besluit heeft de minister op 12 november 2024 gecomplementeerd met een aanvullend besluit.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.39352, op
19 november 2024 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Ook is een tolk verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.39352, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter de minister wel in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1). Omdat aan verzoekster een toevoeging is verleend, moet de minister de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.