ECLI:NL:RBDHA:2024:19264
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag mvv-nareis op grond van asielvergunning vereiste
Op 21 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van eisers die een beroep deden tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis. De aanvraag was afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat de referente geen asielvergunning had, maar een reguliere verblijfsvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de afwijzing deugdelijk heeft gemotiveerd en dat er geen grond was voor een toetsing aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Eisers voerden aan dat de minister onzorgvuldig had gehandeld door hen niet eerder te wijzen op de noodzaak van een andere aanvraag, maar de rechtbank oordeelde dat dit voor rekening en risico van eisers kwam. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eisers geen gelijk kregen en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.