In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt beslist over de beroepen van eisers tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij een referent. De aanvraag is op 22 december 2023 ontvangen. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting.
Eisers hebben op 21 augustus 2024 vier beroepen ingediend tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak (NL24.32837) het beroep gegrond verklaard en de minister een beslistermijn opgelegd. De onderhavige uitspraak betreft de overige beroepen (NL24.32839, NL24.32846, NL24.32849) tegen het niet tijdig beslissen.
De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of eisers procesbelang hebben bij de beoordeling van de overige beroepen. De rechtbank concludeert dat dit procesbelang ontbreekt, aangezien er al een beslissing is genomen op het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag. De rechtbank kan niet meerdere keren beslissen op een beroep dat gericht is tegen hetzelfde niet tijdig nemen van een besluit.
Daarom zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.