ECLI:NL:RBDHA:2024:19327
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en toegang tot veilig derde land Brazilië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil over de asielaanvraag van eiser, die de Syrische nationaliteit heeft. Eiser had op 24 juli 2024 een opvolgende asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard op grond dat eiser kon terugkeren naar een veilig derde land, in dit geval Brazilië. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 28 oktober 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij geen toegang kan krijgen tot Brazilië. Eiser had geen aanvraag ingediend voor een Braziliaanse verblijfsvergunning en had onvoldoende inspanningen verricht om contact op te nemen met de Braziliaanse autoriteiten. Eiser voerde aan dat hij geen toegang meer zou krijgen tot Brazilië, maar de rechtbank oordeelde dat hij voldoende inspanningen had verricht om naar Brazilië terug te keren, waaronder het indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning.
De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek in het besluit van de minister. Het beroep van eiser werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd en de rechtbank droeg de minister op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiser kreeg ook een vergoeding van zijn proceskosten vastgesteld op € 1.750. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.