ECLI:NL:RBDHA:2024:19350
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na verlenging overdrachtstermijn
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.P.R. Peeters, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 16 september 2024 was genomen. Dit besluit betrof de verlenging van de overdrachtstermijn op grond van artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening, omdat de verzoeker ondergedoken was. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de beoordeling heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.37035), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.