ECLI:NL:RBDHA:2024:19417
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en beslistermijnen
In deze zaak heeft eiser op 30 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 19 december 2021 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft de zaak behandeld en uitspraak gedaan op 21 november 2024. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft een ingebrekestelling ingediend op 13 april 2024, maar de rechtbank stelt vast dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit komt doordat de beslistermijn voor asielaanvragen, zoals vastgelegd in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), pas aanvangt op het moment dat Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. In dit geval was de uiterste overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening op 11 februari 2024 verstreken, maar de beslistermijn voor de asielaanvraag begon pas op die datum. Hierdoor was de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.