ECLI:NL:RBDHA:2024:19634
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met overdracht aan Duitsland
In de zaak tussen een verzoeker met een V-nummer en de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. A. Szirmai en mr. B.W. Zagers, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de minister, dat op 25 juli 2024 is genomen. Dit besluit houdt in dat de verzoeker zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Duitsland.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 16 september 2024 in Groningen, waar de verzoeker en zijn gemachtigden, evenals de gemachtigde van de minister, aanwezig waren. Tijdens deze zitting is ook een andere zaak, NL24.29825, behandeld.
In de uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op de zaak NL24.29825, heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Aangezien het beroep ongegrond is verklaard, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.