ECLI:NL:RBDHA:2024:19634

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
NL24.29826
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met overdracht aan Duitsland

In de zaak tussen een verzoeker met een V-nummer en de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. A. Szirmai en mr. B.W. Zagers, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een beroep tegen een besluit van de minister, dat op 25 juli 2024 is genomen. Dit besluit houdt in dat de verzoeker zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Duitsland.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 16 september 2024 in Groningen, waar de verzoeker en zijn gemachtigden, evenals de gemachtigde van de minister, aanwezig waren. Tijdens deze zitting is ook een andere zaak, NL24.29825, behandeld.

In de uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op de zaak NL24.29825, heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Aangezien het beroep ongegrond is verklaard, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.29826

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [v-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. A. Szirmai),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

Bij besluit van 25 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister bepaald dat verzoeker zal worden overgedragen aan de autoriteiten van Duitsland.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.29825, op 16 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.29825, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en dat beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.