In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2024 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren in 2016. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] is blootgesteld aan seksueel grensoverschrijdend gedrag en dat er een zorgelijk incident op school heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn er signalen dat [minderjarige] pornografische films heeft gezien en dat er onrust is in de thuissituatie door conflicten tussen de ouders. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn onvoldoende in staat om de ontwikkelingsbedreiging zelfstandig weg te nemen. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling toe te wijzen en een jeugdbeschermer aan te stellen die de regie over de hulpverlening zal voeren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ondertoezichtstelling gaat in op 24 oktober 2024 en duurt tot 24 oktober 2025.