ECLI:NL:RBDHA:2024:19737
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Tunesische eiser wegens kennelijke ongegrondheid en veilig land van herkomst
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Tunesische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De minister heeft op 22 augustus 2024 de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij hij de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig achtte, maar de gestelde problemen met de bank en familieproblemen niet geloofwaardig vond. De rechtbank heeft het beroep op 8 november 2024 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is, omdat de eiser zijn financiële problemen niet met objectieve documenten heeft onderbouwd en zijn verklaringen over familieproblemen vaag en tegenstrijdig zijn. De rechtbank bevestigt dat Tunesië als veilig land van herkomst kan worden beschouwd en dat er geen reëel risico op refoulement bestaat. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskostenvergoeding af.