Rekestnummer: FA RK 23-4278
Zaaknummer: C/09/649163
Datum beschikking: 16 oktober 2024
Beschikkingop het op 8 juni 2023 ingekomen en op 24 september 2024 gewijzigde verzoekschrift van:
[verzoeker] ,
verzoeker,
ten tijde van indiening van het verzoekschrift wonende te [woonplaats 1] , gemeente [gemeente] , thans wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat mr. J.H. van der Tol te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand te ’s-Gravenhage,
zetelend te ‘s-Gravenhage,
hierna: de ambtenaar.
Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het F9-formulier van 10 juli 2023, met bijlagen, van verzoeker
- de brief van 15 augustus 2023 van de ambtenaar;
- de brief van 11 september 2023 van verzoeker;
- de brief van 10 oktober 203 van de ambtenaar;
- het rapport van 10 januari 2024 van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) met kenmerk: 1-5QXG8TM;
- het F9-formulier van 29 januari 2024, met bijlage, van verzoeker;
- de brief van 3 mei 2024 van de ambtenaar.
Op 18 juli 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoeker met zijn advocaat en [naam 1] namens de Raad. De ambtenaar is behoorlijk opgeroepen, maar niet verschenen. De hierna te noemen draagmoeder is per gewone brief, per aangetekende brief en openbaar in De Staatscourant van 10 mei 2024, nummer 15738, opgeroepen, maar niet verschenen.
Na de zitting heeft de rechtbank ontvangen:
- de brief van 24 september 2024, met bijlagen, van de zijde van verzoeker.
- Verzoeker, van het mannelijk geslacht, geboren op [geboortedag 1] 1990 te [woonplaats 1] , heeft om zijn kinderwens te realiseren gekozen voor hoogtechnologisch draagmoederschap.
- Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.
- Op 14 oktober 2020 heeft verzoeker een ‘client retainer agreement’ gesloten (een ‘eiceldonorprogramma’) met ‘Extraordinary Conceptions’ te Carlsbad, Californië, Verenigde Staten van Amerika.
- Verzoeker heeft een eiceldonorovereenkomst gesloten met [naam 2] (hierna: de eiceldonor) .
- Verzoeker heeft een draagmoederschapsovereenkomst gesloten met [naam 3] (hierna: de draagmoeder), welke respectievelijk op 31 augustus 2021 is ondertekend door verzoeker en op 13 september 2021 door de draagmoeder. Deze overeenkomst is voorzien van legalisatie en apostille.
- De eiceldonor en de draagmoeder zijn voorafgaand en gedurende het traject bijgestaan door een eigen advocaat en er was medische en psychologische zorg voor elk van hun beschikbaar.
- Door verzoeker is een beslissing van 7 april 2022 van ‘Congreso del Estado de [staat] ” (kenmerk 175/2022-IV-B) overgelegd.
- Daarnaast is door verzoeker een op 19 mei 2022 door de griffier, optredend als Tweede Arrondissementsrechter in administratiefrechtelijke, burgerlijke en werkgerelateerde zaken in de deelstaat [staat] , afgegeven aanvullende verklaring op voormelde beslissing van 7 april 2022 overgelegd (eveneens met kenmerk 175/2022-IV-B), waaruit blijkt dat de beslissing van 7 april 2022 voor alle rechtsgevolgen uitvoerbaar is geworden nu de wettelijke termijn van tien dagen zonder dat partijen een herzieningsberoep hebben ingesteld tegen de uitspraak, is verstreken.
- Aanvullend heeft verzoeker een (ongedateerde) schriftelijke toelichting op die beslissing van zijn Mexicaanse advocaat overgelegd.
- Op 23 juni 2022 is de draagmoeder te [plaats] , [staat] , Mexico, bevallen van een dochter, [naam 4] (hierna te noemen: [naam 4] ).
- Van de geboorte is een akte opgemaakt, die is voorzien van een apostille. Deze akte is door verzoeker overgelegd. De akte is opgemaakt te [staat] , Mexico, met nummer 031775173. Verzoeker is als enige ouder op die akte vermeld.
- Na de geboorte is verzoeker enige tijd met [naam 4] in Mexico gebleven.
- Op 10 november 2022 heeft Dr. José Luis Rivas, Director Médico PMH Fertilility
Center, bij brief het volgende verklaard:
“(…)
The undersigned Dr. José Luis Rivas Aguilar (…) STATES that the patient [verzoeker] has performed a procedure of In Vitro Fertilization (IVF) at our facilities in Punta Mita Hospital Fertility Center. (….)
In Vitro Fertilization has been performed with eggs from the donor [naam 2] . On July 02, 2021; the aspiration and reception of the ovules were carried out and they were inseminates with a frozen semen sample from the patient [verzoeker] . After performing this procedure, a total of 1 normal embryo was obtained.
On October 6th 2021, the embryo with a normal genetic diagnosis was devitrified and survived satisfactorily to be transferred on October 6th 2021 to the uterus of the pregnant mother [naam 5] .
(…)”
- Vanaf 3 mei 2023 is [naam 4] ingeschreven in de Nederlandse basisregistratie persoonsgegevens (brp) op het adres van verzoeker.
- Uit een overgelegd DNA-rapport van DDC van 26 mei 2023, Case 80114251 blijkt dat verzoeker met een waarschijnlijkheid van 99,99% vader is van [naam 4] .
- Op 1 augustus 2024 heeft de draagmoeder schriftelijk verklaard dat zij op 13 september
2021 een draagmoederschapsovereenkomst heeft gesloten met verzoeker, dat omstreeks 6 oktober 2021 bij haar - door een daartoe bevoegde arts - een embryo, afkomstig van een eicel van [naam 2] en het sperma van verzoeker is geplaatst, waarna zij op 23 juni 2022 bevallen is van [naam 4] . De draagmoeder verklaart voorts dat [naam 4] meteen na de geboorte aan verzoeker is overgedragen, dat zij verzoeker erkent als de juridisch vader van [naam 4] en dat zij niet wenst juridisch ouder van [naam 4] te zijn, alsook dat alleen verzoeker met het gezag over [naam 4] is belast. Naar Mexicaans recht stemt zij in met een adoptie van [naam 4] door verzoeker, zich daarbij realiserend dat door de adoptie alle banden tussen [naam 4] en haar worden verbroken. Zij stemt in met toewijzing van het door verzoeker ingediende adoptieverzoek.
Verzoek
Na de behandeling op de zitting heeft verzoeker zijn verzoek aangepast, zodat dat thans luidt dat de rechtbank:
Primair:
I. voor recht verklaart dat de overgelegde Mexicaanse geboorteakte van [naam 4] vatbaar is voor opneming daarvan in het register van de ambtenaar, en de ambtenaar gelast de geboorteakte op te nemen in zijn register;
II. indien het verzoek onder I. wordt afgewezen: de geboortegegevens van de [naam 4] vaststelt;
III.
in geval van toewijzing van het verzoek onder II:de ambtenaar gelast de door de rechtbank vast te stellen geboortegegevens van [naam 4] aan te tekenen in zijn register;
IV. voor recht verklaart dat op grond van de beslissingen door de ‘Congreso del Estado de [staat] ’ op 7 april 2022 (welke beslissing is aangevuld met een verklaring van de desbetreffende griffier van 19 mei 2022) de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming tussen verzoeker en [naam 4] , zijn vastgesteld en van rechtswege in Nederland worden erkend;
V. de ambtenaar gelast om op de in te schrijven geboorteakte van [naam 4] de aantekening te maken van dat in voormelde beslissingen van de Mexicaanse rechter, is vastgesteld dat verzoeker de juridische ouder is van [naam 4] en de familierechtelijke betrekkingen tussen hem en [naam 4] zijn vastgesteld.
Subsidiair:
VI. de geboortegegevens van de [naam 4] vaststelt;
VII. de ambtenaar gelast de door de rechtbank vast te stellen geboortegegevens van [naam 4] aan te tekenen in zijn register;
VIII. de adoptie van [naam 4] door verzoeker uitspreekt en de ambtenaar gelast de adoptie als latere vermelding aan te hechten aan de opnieuw vastgestelde geboortegegevens;
IX. het gezag van de draagmoeder over [naam 4] te beëindigen en verzoeker te belasten
met het gezag over [naam 4] ;
X. te verstaan dat verzoeker heeft verklaard dat de geslachtsnaam van [naam 4] ‘ [geslachtsnaam 1] ’ is,
al het voorgaande, voor zover mogelijk, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Beoordeling
Rechtsmacht
Nu verzoeker met [naam 4] in Nederland woonachtig is, acht deze rechtbank zich op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd om van de voorliggende verzoeken kennis te nemen.
De positie van de draagmoeder
Draagmoeders kunnen in beginsel als belanghebbende als bedoeld in artikel 798 Rv worden aangemerkt. De draagmoeder is in eerste instantie dan ook door de rechtbank opgeroepen. De rechtbank zal de draagmoeder slechts waar wordt toegekomen aan het voorwaardelijk ingediende verzoek tot adoptie van [naam 4] door verzoeker, gelet op voormelde vastgestelde feiten en op de inhoud van voormelde beslissing van 7 april 2022, waarover de rechtbank hierna zal overwegen, als belanghebbende aanmerken.
Verklaring voor recht ten aanzien van de Mexicaanse geboorteakte
Toepasselijk recht
Omdat primair wordt verzocht om voor recht te verklaren dat de in Mexico opgemaakte geboorteakte van [naam 4] naar zijn aard vatbaar is voor opneming in het register van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage en te gelasten dat de ambtenaar deze akte zal inschrijven in het Nederlandse register van geboorten, zal de rechtbank Nederlands recht toepassen.
Juridisch kader
Op grond van artikel 1:26 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
Verzoeker stelt zich op het standpunt dat een vaststelling dat de Mexicaanse geboorteakte (en de daaraan ten grondslag liggende beslissing van 7 april 2022 van de Mexicaanse rechter) van rechtswege kan worden erkend en met zich brengt dat hij in Nederland als juridische ouder van [naam 4] wordt erkend zodat hij een gerechtvaardigd belang heeft bij een verklaring voor recht.
De rechtbank stelt vast dat verzoeker met [naam 4] in Nederland verblijft. De rechtbank begrijpt dat hij met zijn verzoek beoogt dat het - volgens hem - in Mexico vastgestelde juridisch ouderschap over [naam 4] hier in Nederland wordt erkend en geregistreerd, zodat hij zonder hinder in Nederland zijn ouderlijke rechten en verplichtingen kan uitoefenen. Verzoeker heeft daarmee een gerechtvaardigd belang bij de verzochte verklaring voor recht en wordt ontvangen in zijn verzoek.
Erkenning Mexicaanse beslissing
Omdat aan de geboorteakte van [naam 4] de beslissing van 7 april 2022 van de Mexicaanse rechter ten grondslag ligt, zal de rechtbank eerst beoordelen of de uit die beslissing voortvloeiende, uit hoofde van afstamming vastgestelde, familierechtelijke rechtsbetrekkingen hier te lande van rechtswege kunnen worden erkend.
De rechtbank zal in dit kader de in boek 10 BW geplaatste erkenningsregeling naar analogie toepassen op de afstammingsrechtelijke gevolgen van draagmoederschap.
Op grond van art. 10:100 lid 1 BW wordt een buitenslands tot stand gekomen onherroepelijke rechterlijke beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld of gewijzigd in Nederland van rechtswege erkend, tenzij:
a. er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land;
b. aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
c. de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.
De erkenning van de beslissing kan, ook wanneer daarbij een Nederlander betrokken is, niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat daarop een ander recht is toegepast dan uit deze titel zou zijn gevolgd (lid 2).
Uitgangspunt van de wet is dat de Mexicaanse beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld tussen verzoeker en [naam 4] wordt erkend. Dit is slechts anders indien er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land, aan de beslissingen geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van de beslissingen onverenigbaar is met de openbare orde.
Rechtsmacht Mexicaanse rechter
Nu de procedure van draagmoederschap in Mexico heeft plaatsgevonden en de draagmoeder daar woonachtig is, kan niet worden geoordeeld dat er voor de rechtsmacht van de Mexicaanse rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond.
Voorafgaand behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging?
Met betrekking tot de vraag of aan de beslissing van de Mexicaanse rechter een behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, overweegt de rechtbank als volgt.
Door verzoeker is de Mexicaanse beslissing van 7 april 2022 met een vertaling daarvan in de Engelse taal overgelegd en een aanvulling daarop van 19 mei 2022, met een vertaling daarvan in de Nederlandse taal. Ter verduidelijking van de beslissing is daarnaast door verzoeker een verklaring van een Mexicaanse advocaat overgelegd. De door de Mexicaanse rechter gedane uitspraak komt - volgens verzoeker - tot uiting op bladzijde 1 van de beslissing, alwaar de inhoud van het verzoek van verzoeker wordt weergegeven:
“FIRST:Request for Defence, [verzoeker](…) filed a petition for indirect protection (indirect amparo) against acts of the aforementioned authorities, consisting of:
“…. Of the responsible authority indicated in paragraph a) above, we claim the issuance of the official letter dated January 19, 2022, and its legal effects and consequences, by virtue of which it provides an answer contrary of the interests of this complainant, in respect of its written statement filed before said authority on January 17, two thousand twenty-two, in the sense that it is inadmissible to state in the infant’s birth is imminent (we are currently in the 17th week of gestation), only and exclusively the name of the father who provided his genetic material (sperm) for the in vitro fertilization achieved with anonymously donated ova, leaving blank the section of “mother” since the applicable legislation of the State of [staat] does not foresee such assumption and, therefore, does not allow it; hence, when the child is presented, its registration will not be possible in the terms requested, a decision that will not change since the Civil Registry Officers act as permitted by the law (…)”
en op bladzijde 39 onder 7 “Effects of the Concession”:
“In order to restore to the plaintiff the full enjoyment of his violated constitutional rights, the authorities responsible, within the scope of their competencies, shall:
Withdraw to the complainant, in the present and future, the normative portions of the disputed legal provisions declared unconstitutional, that it is to say, Articles 61 of the Civil Code of the State of [staat] , 30, 31, 40, 41, 42 and 43 of the Civiel Registry Law of the State of [staat] .
To apply the remaining section of the mentioned precepts, but interpreted in accordance with the constitutional principle of equality and non-discrimination, particularly, of the child and his or her father, conceived through assisted reproduction techniques, in such a way that it is understood that in this matter, the father who contributed his genetic material (sperm) for the conception, is the one entitled as the father and excluding the other person from the section of mother since she only lent her uterus so that the plaintiff could become a father and did not contribute genetic material. Simply stated, the birth certificate of the infant must contain only the name of the father, leaving the section of the mother’s name blank. (…)”
Voor nader begrip van de beslissing van 7 april 2022 is door verzoeker nog een schriftelijke (ongedateerde en niet ondertekende) verklaring (in de Mexicaanse taal en voorzien van een vertaling in de Engelse taal) van een Mexicaanse advocaat overgelegd (productie 10), waaruit - volgens verzoeker - blijkt dat het juridisch vaderschap in Mexico is overgedragen aan verzoeker. Deze advocaat verwijst, evenals verzoeker naar de tekst in de beslissing op bladzijde 1 en vervolgens naar de bladzijden 24, 25, 27, 28, 57, 58, 59 en 60 van de beslissing.
Volgens verzoeker is met het voorgaande door de Mexicaanse rechter op 7 april 2022 bepaald dat hij de juridische vader is van het kind dat uit de draagmoeder is geboren en dat de draagmoeder niet als juridische moeder van dat kind wordt aangemerkt. Verder is bepaald - naar de mening van verzoeker - dat op de van de geboorte van het kind op te maken geboorteakte hij als vader dient te worden vermeld en dat beslist is dat er geen moeder in die geboorteakte moet worden opgenomen. Uit de toelichting van de Mexicaanse advocaat op de beslissing van 7 april 2022 wordt dit eveneens naar voren gebracht. Volgens verzoeker is door de beslissing van 7 april 2022 van de Mexicaanse rechter het juridisch vaderschap in Mexico overgedragen dan wel opgedragen aan verzoeker.
De rechtbank is van oordeel dat uit de Mexicaanse beslissing slechts blijkt van de toepassing van het Mexicaans recht met betrekking tot het opmaken van een geboorteakte van een kind dat geboren is in Mexico door middel van een procedure van draagmoederschap, zulks volgens een door de rechter gegeven instructie. In de beslissing wordt melding gemaakt van een ivf-behandeling die heeft plaatsgehad, waarbij een onbekende draagmoeder een embryo heeft gedragen dat verwekt is door middel van de bevruchting van een eicel van een onbekende donor met het sperma van verzoeker, maar uit de beslissing blijkt niet dat de Mexicaanse rechter heeft getoetst of het draagmoederschapstraject voldoet aan alle voorwaarden en zorgvuldig is doorlopen, in die zin dat voorafgaand aan de beslissing sprake is geweest van behoorlijk onderzoek en rechtspleging door de Mexicaanse rechter. Dat de Mexicaanse rechter de eiceldonor en de draagmoeder heeft gehoord, althans dat aan hen de gelegenheid is geboden om door de Mexicaanse rechter in de bij hem door verzoeker aanhangig gemaakte procedure gehoord te worden, vermeldt de beslissing niet. Nergens in de beslissing blijkt van instemming van de draagmoeder ten aanzien van het opmaken van de geboorteakte en dat zij op die geboorteakte niet zou moeten worden vermeld. Evenmin blijkt dat het ouderlijk gezag over het kind dat uit de draagmoeder zal worden geboren, van de draagmoeder naar verzoeker is overgedragen. Uit de stukken blijkt dan ook niet dat het traject van draagmoederschap in Mexico zorgvuldig heeft plaatsgevonden en of daarbij de belangen van [naam 4] en de draagmoeder, alsook de eiceldonatrice voldoende in acht zijn genomen. Gelet op de ingrijpende gevolgen van draagmoederschap voor de rechten en verplichtingen van zowel het kind, de draagmoeder, de eiceldonatrice als verzoeker in kwestie, acht de rechtbank dit wel noodzakelijk. De rechtbank verwijst daarbij ook naar de aanbevelingen van de Staatscommisssie Herijking Ouderschap zoals opgenomen in het adviesrapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ van 7 december 2016 van belang en de door het kabinet in zijn brief van 12 juli 2019 (kamerstukken TK 2018/2019, 33836, nr. 45) geformuleerde waarborgen om het traject zorgvuldig en transparant te laten verlopen en zoveel mogelijk rechtszekerheid te bieden aan de draagmoeder, de wensouders en het kind. De Staatscommissie heeft daarbij geadviseerd dat de erkenning van buitenlands draagmoederschap afhankelijk moet zijn van het antwoord op de vraag of aan dezelfde uitgangspunten is voldaan als die gelden voor de Nederlandse regeling. Kernpunt is daarbij dat er sprake moet zijn geweest van een rechterlijke toets op de zorgvuldigheid van het proces. De rechter moet hebben vastgesteld dat de draagmoeder vrijwillig heeft ingestemd met het draagmoederschap. De Staatscommissie is van mening dat een dergelijke toets in dit soort gevallen een essentiële voorwaarde is.
Nu een rechterlijke toets op het draagmoederschapstraject ontbreekt, terwijl de rechtbank die wel noodzakelijk acht, kan de rechtbank de beslissing van 7 april 2022 van ‘Congreso del Estado de [staat] ’ niet erkennen. Dat de beslissing op 19 mei 2022 in Mexico uitvoerbaar is verklaard doet daaraan niets af. De verzoeken onder IV en V worden, gelet hierop, afgewezen.
Erkenning Mexicaanse geboorteakte
Nu voormelde beslissing ten grondslag heeft gelegen aan het opmaken van de Mexicaanse geboorteakte van [naam 4] betekent dit dat de rechtbank deze geboorteakte van [naam 4] ook niet zal erkennen, zodat het verzoek onder I wordt afgewezen.
Vaststelling van de geboortegegevens van [naam 4]
Nu de rechtbank de primaire verzoeken van verzoeker afwijst, wordt toegekomen aan de subsidiaire verzoeken onder VI en verder.
Op grond van artikel 1:25c lid 1 BW kan, indien ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of kan worden overgelegd, op verzoek van het openbaar ministerie, van een belanghebbende of van de ambtenaar de rechtbank Den Haag de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen, indien:
die persoon Nederlander is of te eniger tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest;
die persoon rechtmatig verblijft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000;
op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd.
De rechtbank is van oordeel dat niet wordt voldaan aan de vereisten als vermeld onder a. en b. van artikel 1:25c BW en dat eerst tot vaststelling van de geboortegegevens kan worden toegekomen, wanneer door de rechtbank wordt beslist op het door verzoeker (subsidiair) ingediende adoptieverzoek, waardoor - bij een toewijzing van dat verzoek - wordt voldaan aan het vereiste als genoemd onder c. van artikel 1:25c BW. De rechtbank zal daarom eerst overgaan tot beoordeling van het adoptieverzoek.
Adoptie (en gezag)
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Op grond van artikel 3 Rv komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe.
Op grond van artikel 10:105 BW is het Nederlandse recht van toepassing, met dien verstande dat de vraag welke betekenis toekomt aan de toestemming van de biologische ouders van de kinderen, in beginsel wordt beantwoord naar de regels die het nationale recht van de kinderen daarover bevat.
Inhoudelijke beoordeling
Op grond van artikel 1:227 lid 3 BW kan het verzoek tot adoptie alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is en op het tijdstip van het verzoek vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Daarnaast moet aan de voorwaarden als genoemd in artikel 1:228 BW zijn voldaan.
[naam 4] is direct na haar geboorte aan verzoeker toevertrouwd. Hij heeft haar sindsdien derhalve gedurende ten minste één jaar verzorgd en opgevoed.
Bij de in het geding gebrachte stukken bevindt zich een kopie van het Mexicaanse paspoort van [naam 4] . De rechtbank concludeert derhalve dat overeenkomstig het nationale recht van [naam 4] is ingestemd met haar vertrek uit Mexico.
De draagmoeder heeft overeenkomstig het nationale recht van [naam 4] ingestemd met de adoptie van [naam 4] door verzoeker. Uit de draagmoederschapsovereenkomst en uit haar verklaring van 1 augustus 2024 blijkt dat zij op geen enkele wijze met [naam 4] verbonden is of wil zijn. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarmee ook vast dat [naam 4] niets van haar biologische moeder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft, zoals uit zijn rapportage en verklaring op de zitting is gebleken, gesproken met verzoeker, de eiceldonor en de draagmoeder. Uit die gesprekken is gebleken dat geprobeerd is een zorgvuldig draagmoederschapstraject te doorlopen en dat er geen sprake is geweest van commercieel draagmoederschap. Verzoeker is van plan om [naam 4] gedoseerd over haar ontstaansgeschiedenis te vertellen. Verzoeker heeft nog contact met de draagmoeder. Met de eiceldonor heeft verzoeker onlangs het eerste contact gelegd en hij wenst, in het belang van [naam 4] , ook contact met haar te houden. Zowel de draagmoeder als de eiceldonor staan open voor contact met [naam 4] en zullen vragen over haar ontstaansgeschiedenis beantwoorden. De draagmoeder heeft aan de raadsmedewerker verteld dat verzoeker de enige ouder van [naam 4] is, biologisch en juridisch. De Raad acht het in het belang van [naam 4] dat in Nederland de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke werkelijkheid. Het is in het belang van [naam 4] dat zij in familierechtelijke betrekking komt te staan tot haar biologische en verzorgende vader. Van de draagmoeder en de eiceldonor heeft [naam 4] in haar opvoeding niets meer te verwachten.
De rechtbank stelt echter vast dat de draagmoeder nu nog de juridische ouder is van [naam 4] , omdat de Mexicaanse beslissing waarin - volgens verzoeker - anders is bepaald, niet wordt erkend. Daarentegen wordt de draagmoeder naar het recht van Mexico niet meer als juridische ouder
met gezagbeschouwd. De draagmoeder heeft in het draagmoederschapstraject afgezien van alle ouderlijke rechten en plichten ten aanzien van [naam 4] . De rechtbank kan dan ook niet aannemen dat de draagmoeder hier in Nederland nog zou zijn belast met ouderlijk gezag. Hieruit vloeit voort dat de rechtbank haar ouderlijk gezag niet hoeft te beëindigen, zoals door verzoeker is gevraagd, omdat dit immers reeds niet aanwezig is, zodat hij niet-ontvankelijk is in daartoe strekkende verzoek. Er is sprake van een gezagsvacuüm.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 van het BW – voor zover in deze zaak van toepassing – is voldaan, waarbij mede in aanmerking is genomen dat de Raad voor de Kinderbescherming positief heeft geadviseerd ten aanzien van de adoptie, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie als vermeld onder VIII toewijzen. Daaruit vloeit voort dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek hem met gezag te belasten.
De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder sub k van het Besluit gezagsregisters tevens bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.
De rechtbank zal verzoeker tot het moment waarop de beslissing tot adoptie onherroepelijk is geworden, op grond van het bepaalde in artikel 1:295 BW ambtshalve, met ingang van heden, belasten met de voogdij over [naam 4] zodat tot aan genoemd moment ook in het gezag over haar is voorzien.
Namen
[naam 4] komt door adoptie in familierechtelijke rechtsbetrekking tot verzoeker te staan en behoudt derhalve op grond van artikel 1:5, eerste lid, BW van rechtswege de geslachtsnaam [geslachtsnaam 1]
.Gelet op het verzoek als vermeld onder X beslist de rechtbank zoals hierna volgt.
Latere vermelding
Op grond van artikel 1:20, lid 1 onder a BW voegt de ambtenaar een latere vermelding van de adoptie toe aan de geboorteakte [naam 4] . Dat wat door verzoeker op dit punt is verzocht (onder VIII), zal dan ook wegens gebrek aan belang worden afgewezen.
(Ambtshalve) vaststelling geboortegegevens
De ambtenaar heeft geadviseerd over de wijze van vaststelling van de geboortegegevens van [naam 4] .
De rechtbank overweegt als volgt.
Zoals hiervoor is overwogen, is er geen sprake van een geboorteakte van [naam 4] , die in Nederland kan worden erkend. Dat betekent dat de rechtbank de geboortegegevens van [naam 4] zal vaststellen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van [naam 4] moet hebben plaatsgehad.
De rechtbank zal op grond van artikel 1:25c, lid 3, BW ambtshalve de geboortegegevens vaststellen, zodat de daartoe strekkende verzoek als vermeld onder VI wegens gebrek aan belang zullen worden afgewezen. Nu de ambtenaar op grond van artikel 25f BW van rechtswege belast is met de inschrijving van de beslissing van de rechtbank ter zake van de vaststelling van de geboortegegevens, wijst de rechtbank ook het verzoek als vermeld onder VII bij gebrek aan belang af. De rechtbank stelt de geboortegegevens vast zoals opgenomen in het dictum.
wijst af het primair ingediende verzoek als vermeld onder I, IV en V;
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn primair ingediende verzoeken als vermeld onder II en III en in zijn subsidiair ingediende verzoek als vermeld onder IX;
beëindigt het gezag van [naam 3] over de minderjarige:
- [naam 4] , geboren op [geboortedag 2] 2022 te [plaats] , [staat] , Mexico,
en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
belast [verzoeker] , geboren op [geboortedag 1] 1990 te [woonplaats 1] ,
met ingang van hedenmet de
voogdijover voornoemde minderjarige, en verklaart deze bepaling uitvoerbaar bij voorraad;
spreekt uit de adoptie van [naam 4] voornoemd, door [verzoeker] voornoemd;
bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;
stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
Geslachtsnaam : [geslachtsnaam 1]
Voornaam : [naam 4]
Geboortedatum : [geboortedag 2] -2022
Geboorteplaats : [plaats] , [staat] , Mexico
Geslacht : F
Geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam 2]
Voornamen moeder : [voornamen]
Geboortedatum moeder : [geboortedag 3] -1993
Geboorteplaats moeder : -
verstaat dat de minderjarige na adoptie de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam 1] ” behoudt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.M.M. Vingerling, A.C. Olland en C. S.F. de Nijs en, rechter, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 oktober 2024.