ECLI:NL:RBDHA:2024:19770

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
C/09/667119 / FA RK 24-3830
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator en wijziging zorgregeling voor minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2024 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de minderjarigen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] om de zorgregeling met hun vader te wijzigen. De minderjarigen, respectievelijk 13 en 7 jaar oud, hebben aangegeven minder tijd bij hun vader te willen doorbrengen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende brieven van de minderjarigen waarin zij hun wensen en zorgen hebben geuit over de huidige zorgregeling. De ouders, [de vader] en [de moeder], zijn in het verleden gehuwd geweest en hebben gezamenlijk gezag over de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen gebruik hebben gemaakt van de informele rechtsingang, wat hen in staat stelt om op een informele manier hun wensen kenbaar te maken. De rechtbank heeft besloten dat er een bijzondere curator moet worden benoemd om de belangen van de minderjarigen te behartigen, gezien de mogelijke belangenconflicten tussen de ouders en de kinderen. Mr. I. Pieters is benoemd als bijzondere curator en zal de kinderen vertegenwoordigen in deze procedure. De rechtbank heeft de ouders opgedragen om volledig samen te werken met de bijzondere curator en verwacht binnen twee maanden een verslag van hem te ontvangen. De verdere beslissing over de zorgregeling is aangehouden tot dat verslag is ontvangen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-3830
Zaaknummer: C/09/667119
Datum beschikking: 30 oktober 2024

Informele rechtsingang

Beschikking op het op 29 mei 2024 ingekomen verzoek van:

de minderjarige [de minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
en

de minderjarige [de minderjarige 2] ,

geboren op [geboortedatum 2] 2017 in [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R. van Venetiën te Alphen aan den Rijn,
en

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, zijnde een brief van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] van 28 mei 2024, ingekomen op 29 mei 2024;
  • de brief van [de minderjarige 1] , ingekomen op 10 september 2024;
  • de brief van 11 september 2024, met bijlage, namens de moeder;
  • de brief van [de minderjarige 1] van 10 september 2024, ingekomen op 12 september 2024;
  • de e-mail van 27 september 2024, met bijlagen, van de vader.
Op 9 juli 2024 hebben [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] hun brief nader toegelicht in een gesprek met de kinderrechter van deze rechtbank.
Op 2 oktober 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader, de moeder met haar advocaat en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

  • De vader en de moeder zijn gehuwd geweest van [trouwdatum] 2005 tot 6 mei 2021.
  • Zij zijn de ouders van [de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] (hierna: de kinderen) en [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2009 in [geboorteplaats] ;
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [de minderjarige 3] en de kinderen uit.
  • Bij beschikking van 27 november 2020 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang – bepaald dat:
  • [de minderjarige 3] en de kinderen de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de moeder;
  • [de minderjarige 3] en de kinderen bij de vader zullen zijn: tijdens de schoolweken eenmaal per veertien dagen van donderdag uit school tot dinsdag naar school en tijdens de helft van de schoolvakanties en feestdagen, door de ouders in onderling overleg nader exact te verdelen.
  • Bij beschikking van 10 januari 2024 van deze rechtbank is – voor zover hier van
belang – :
  • bepaald dat er tussen [de minderjarige 3] en de vader geen zorgregeling wordt vastgesteld, ook niet voor de feestdagen en vakanties;
  • een vakantie- en feestdagenregeling voor [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] vastgesteld.

Informele rechtsingang

[de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] hebben de rechtbank op 28 mei 2024 een brief geschreven, waarin zij aangeven dat zij minder lang bij de vader willen zijn. In de brieven van [de minderjarige 1] , ingekomen op 10 en 12 september 2024, schrijft hij dat hij zelf de keuze wil hebben om naar zijn vader te gaan. De kinderrechter begrijpt het verzoek als een wijziging van de beschikkingen van
27 november 2020 en 10 januari 2024, in die zin dat de vastgestelde zorgregeling inclusief vakantie- en feestdagenregeling wordt gewijzigd.
De vader heeft per brief gereageerd en beide ouders hebben op de zitting hun mening gegeven over de wens van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] .

Beoordeling

Ontvankelijkheid
Deze zaak betreft een zogeheten "informele rechtsingang". De informele rechtsingang biedt kinderen van twaalf jaar of ouder de mogelijkheid om zich op een informele wijze tot de rechtbank te wenden. Dat kan bijvoorbeeld met een e-mail of een brief. Hetzelfde geldt als de minderjarige de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. De rechtbank kan op de aanvraag van een kind, nadat de aanvraag is behandeld en alle belanghebbenden zijn gehoord, ambtshalve een beslissing nemen. Een kind kan alleen gebruik maken van de informele rechtsingang als dat in de wet is bepaald. Op grond van artikel 1:253a vierde lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:377g BW kan een kind als de ouders samen het gezag uitoefenen vragen om de wijziging van de zorgregeling.
De rechtbank merkt op dat [de minderjarige 1] 13 jaar is en daarom gebruik kan maken van de informele rechtsingang. [de minderjarige 2] is 7 jaar. Gelet op haar jonge leeftijd valt zij buiten het bereik van de informele rechtsingang, tenzij de rechtbank vindt dat zij in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen. De rechtbank acht [de minderjarige 2] op zichzelf niet nu al in staat tot een redelijke waardering van haar belangen. Zij bevindt zich echter in een bijzondere positie, als jongste van drie kinderen. Voor de oudste van deze drie geldt al dat zij weinig tot geen contact met de vader heeft. De middelste – [de minderjarige 1] – heeft door middel van de informele rechtsingang nadrukkelijk aangegeven minder contact met de vader te willen. Wanneer nu [de minderjarige 2] buiten deze informele rechtsingang wordt gelaten, kan dit tot gevolg hebben dat zij in een uitzonderingspositie belandt ten opzichte van haar oudere broer en zus en er onvoldoende aandacht is voor haar belang in deze situatie. Daar komt bij dat de rechtbank in het gesprek met [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] heeft gemerkt dat de wensen van [de minderjarige 2] op dit moment niet los gezien kunnen worden van de wensen van [de minderjarige 1] . Zij spreken daar samen over en willen dat voor hen beiden dezelfde afspraken gelden. De rechtbank zal daarom ook [de minderjarige 2] ontvangen in deze procedure.
Inhoudelijke beoordeling
[de minderjarige 1] heeft de rechtbank drie brieven geschreven en hij heeft met de rechter gesproken. Daaruit blijkt dat hij en [de minderjarige 2] minder vaak bij de vader willen zijn. Hij vindt dat de vader het huis en de hond niet goed verzorgt, waardoor het niet prettig is om bij hem thuis te zijn of om er met vriendjes te komen. De kinderen hebben daar last van. [de minderjarige 1] wil niet ergens verblijven waar vlooien zijn. Volgens [de minderjarige 1] troost de vader [de minderjarige 2] niet als zij huilt en mag hij haar dan ook niet troosten. [de minderjarige 1] heeft eerst voorgesteld om van zaterdag tot zondag bij de vader te zijn en later van vrijdag uit school tot maandag. In de tweede brief geeft [de minderjarige 1] aan dat hij met zijn vader heeft gepraat en dat zij beter gaan praten over dingen die hij moeilijk vindt. Hij wil wel zelf de keuze hebben om bij de vader zijn. Als de belangrijke dingen voor hem zijn opgelost wil hij voor een periode weer vijf dagen naar de vader gaan om te kijken of het beter gaat. In zijn laatste brief is [de minderjarige 1] minder positief. [de minderjarige 1] geeft aan dat hij tegen de vader gezegd heeft dat hij van hem houdt, maar dat de vader toen zei dat hij niet laat merken dat hij van hem houdt. Volgens [de minderjarige 1] zou de vader ook tegen hem hebben geklaagd over de kinderalimentatie die hij aan de moeder betaalt en zou hij hebben gezegd dat [de minderjarige 1] de zaak bij de rechtbank moet intrekken, omdat dit erg duur is voor de ouders. Daarnaast zou de vader een notitieblokje uit de tas van [de minderjarige 1] hebben gepakt waarop hij aantekeningen voor zijn brief aan de rechter had geschreven. [de minderjarige 1] geeft aan dat het gedrag van de vader hem een rotgevoel geeft en dat hij hierdoor veel stress en buikpijn krijgt. Hij wil daarom zelf aangeven wanneer hij naar de vader gaat, ook in de vakanties.
Op basis van artikel 1:250 BW kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen om een minderjarige, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. De rechtbank kan dit doen als – in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding of het vermogen van een minderjarige – de belangen van (één van) de met het gezag belaste ouders of voogd(en) in strijd zijn met die van de minderjarige. De rechtbank moet beoordelen of zij die benoeming noodzakelijk acht en daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking nemen. Benoeming van een bijzondere curator kan plaatsvinden op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve.
Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1:250 BW. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat er uitvoerig onderzoek moet worden gedaan naar wat er precies speelt bij zowel [de minderjarige 1] als [de minderjarige 2] . Het is noodzakelijk dat boven water komt waarom zij op het punt zijn uitgekomen dat zij een brief naar de rechter hebben geschreven. Mede gelet op de situatie met [de minderjarige 3] , waarbij er sprake is van een contactbreuk met de vader, acht de rechtbank het belangrijk dat duidelijk wordt hoe het belang van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] eruit ziet als het gaat om omgang met hun vader. De rechtbank heeft daarom zowel met de kinderen als op de zitting met de ouders gesproken over het benoemen van een bijzondere curator. [de minderjarige 1] en de ouders hebben aangegeven dat een goed idee te vinden. De rechtbank zal daarom ambtshalve een bijzondere curator benoemen voor [de minderjarige 1] en ook voor [de minderjarige 2] .
De heer mr. I. Pieters is bereid gevonden om in deze procedure als bijzondere curator voor de kinderen op te treden en zal hiertoe door de rechtbank worden benoemd. De bijzondere curator vertegenwoordigt de kinderen en zal daarom uitsluitend hun belangen behartigen.
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator te onderzoeken wat de zorgen en wensen van de kinderen zijn en in hoeverre die wensen worden ingegeven door het systeem en mogelijke loyaliteitsproblemen. Daarnaast wordt de bijzondere curator verzocht om antwoord te geven op de vraag hoe [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] invulling willen geven aan het contact met de vader en welke zorgregeling daarbij zou passen. Indien de bijzondere curator daartoe aanleiding ziet, kan hij daarbij tevens advies uitbrengen over eventueel in te zetten hulpverlening of nader te verrichten onderzoek.
De rechtbank verwacht van de ouders dat zij volledige medewerking verlenen aan de bijzondere curator en hem op eerste verzoek de gevraagde informatie zullen verstrekken en zullen reageren op uitnodigingen om met hem in gesprek te gaan.
Van zijn bevindingen dient de bijzondere curator binnen twee maanden schriftelijk verslag te doen aan de rechtbank en aan de ouders. De rechtbank zal in afwachting van dit verslag een verdere beslissing over de zorgregeling aanhouden voor een periode van twee maanden. Zo nodig zal de rechtbank na ontvangst van het schriftelijk verslag van de bijzondere curator een behandeling op de zitting plannen waarvoor de ouders en de bijzondere curator zullen worden opgeroepen.
Indien de rechtbank van oordeel is dat de bijzondere curator zijn taak heeft volbracht, zal de rechtbank zijn werkzaamheden voor deze procedure bij nadere beschikking als beëindigd beschouwen.
Kindbrief
Tot slot heeft de rechtbank besloten om in een aparte brief aan [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] uit leggen wat de rechtbank heeft besloten. Hieronder volgt de tekst van die brief, zodat beide ouders weten welke boodschap de kinderen hebben ontvangen. Deze brief wordt op dezelfde dag verzonden als de beschikking.
Beste [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] ,
Afgelopen zomer, op 9 juli 2024, hebben wij met elkaar gepraat op de rechtbank. Dat is alweer een tijdje geleden, maar ik kan het mij nog heel goed herinneren.
Mij is vooral opgevallen dat jullie zo ontzettend lief voor elkaar zijn, en goed voor elkaar zorgen. Jullie hebben nog een oudere zus waar jullie ook gek op zijn. Ik hoop dat jullie het als broer en zussen altijd goed met elkaar zullen hebben. Als jullie ouder worden, zijn jullie het misschien niet meer altijd met elkaar eens. Maar dat hoeft ook niet. Als je van elkaar houdt, kun je ook verschillend over dingen denken. Soms kan dat ook voor ruzie zorgen. Dat is helemaal niet erg als je het daarna weer goedmaakt en elkaar probeert te begrijpen. Dat is niet altijd makkelijk. Soms is dat zelfs heel erg moeilijk. Daar weten jullie al alles van, want tussen jullie ouders zijn de dingen ook ingewikkeld. Daar hebben jullie last van. Jullie hebben niet één plek waar jullie ouders wonen. Er is een plek waar jullie moeder woont en een andere plek waar jullie vader woont. Het zou natuurlijk fijn zijn als je het op beide plekken naar je zin hebt. Maar jullie hebben mij geschreven dat dat voor jullie niet zo is. En dat niet alleen, jullie zijn er ook over komen praten. Het is voor jullie heel erg belangrijk dat er naar jullie wordt geluisterd.
[de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] , ik vind het ontzettend belangrijk om tegen jullie te zeggen dat ik heel goed heb gehoord wat jullie aan mij hebben verteld. Jullie vinden de situatie zoals die nu is, niet fijn. Jullie willen minder bij jullie vader zijn. Ik weet, [de minderjarige 1] , dat jij het na ons gesprek weer bent gaan proberen met je vader. Dat schreef je me in een tweede brief. Weet je dat ik dat heel erg knap vind van jou? Het blijven proberen, ondanks je eigen teleurstelling, is een hele mooie eigenschap. Tegelijkertijd is minstens zo belangrijk dat je voor jezelf opkomt. In de derde brief die je me hebt geschreven, was dat wat je deed.
Omdat de situatie zo moeilijk is en [de minderjarige 3] al een andere regeling heeft dan jullie twee vind ik het belangrijk dat heel goed wordt uitgezocht welke beslissing in jullie belang is. Ik had al aan jullie gevraagd of jullie nog met iemand anders zouden willen praten over jullie leven. Dat noemen we een bijzondere curator. Dit is iemand die er speciaal voor jullie is. Het is iemand die in jullie belang denkt. Ik heb besloten dat die persoon, een meneer, er moet komen. Ik wil goed weten wat ik moet doen om het voor jullie wat makkelijker te maken. Hij zal binnenkort contact met jullie opnemen.
Jullie ouders heb ik inmiddels op een zitting gesproken. Ik heb met hen de afspraak gemaakt dat zij niet met jullie gaan praten over wat er op de zitting allemaal is gezegd. Ik wil niet dat jullie nog verder moeten lijden onder al het gedoe. Het is belangrijk dat vanaf nu iedereen denkt vanuit de vraag: wat is goed voor [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] ? Jullie ouders vinden dat ook een goed idee. Zij willen graag dat het makkelijker wordt voor jullie.
Ik wens jullie fijne gesprekken toe met de bijzondere curator. Hij gaat mij daarna op de hoogte stellen van wat er volgens hem moet gebeuren. Daarna horen jullie weer van mij.
In de tussentijd hoop ik dat jullie je best doen op school en niet wakker liggen van deze toestand. Het is nu aan mij om het voor jullie wat beter te maken.
Met hartelijke groeten,
De kinderrechter

Beslissing

De rechtbank:
*
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarigen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 in [geboorteplaats] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedag] 2017 in [geboorteplaats] ;
mr. I. Pieters,
kantoorhoudende te ( [postcode] ) [plaatsnaam] , [adres] ,
telefoonnummer: [telefoonnummer], e-mailadres: [e-mail adres] ;
bepaalt dat de bijzondere curator binnen twee maanden een verslag zoals hiervoor bedoeld toestuurt aan de rechtbank en aan de ouders;
bepaalt dat de ouders:
[de vader] ,
[de moeder] ,
binnen twee weken na ontvangst van het verslag van de bijzondere curator, desgewenst, hierop schriftelijk kunnen reageren; deze reactie dient aan de rechtbank, aan de bijzondere curator en aan de wederpartij te worden toegezonden;
*
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van de
zorgregelingaan tot
1 januari 2025 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, bijgestaan door
mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van
30 oktober 2024.