Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
bij een woning gelegen aan de [adres 2]door een brandbom, bestaande uit een stuk vuurwerk (model Cobra) en een petfles gevuld met ontbrandbare vloeistof, aan te steken en tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
bij een woning gelegen aan de [adres 3]door een brandbom, bestaande uit een stuk vuurwerk (model Cobra) en een petfles gevuld met ontbrandbare vloeistof, aan te steken en tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De op te leggen straffen en maatregel
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De inbeslaggenomen voorwerpen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
jeugddetentievoor de duur van
120 (HONDERDTWINTIG) DAGEN;
75 (VIJFENZEVENTIG) DAGEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd als de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij de hierbij op
twee jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit een
werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
35 (VIJFENDERTIG) UREN;
17 (ZEVENTIEN) DAGEN;
taakstraf, bestaande uit een
leerstraf, zijnde het volgen van een leerproject, te weten Tools4U Verlengd Plus, voor de duur van
35 (VIJFENDERTIG) UREN;
17 (ZEVENTIEN) DAGEN;
[naam 4]gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 3.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, te betalen aan [naam 4];
[naam 3]gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 3.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, te betalen aan [naam 3];
[naam 5]gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 3.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, te betalen aan [naam 5];
[naam 6]gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 1.500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, te betalen aan [naam 6];
[naam 7]gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 1.500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, te betalen aan [naam 7];
[naam 8], gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 2.694, bestaande uit € 694,- aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, en veroordeelt de verdachte dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, te betalen aan [naam 8];