ECLI:NL:RBDHA:2024:19882
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf op basis van niet aangetoonde familierelatie
In deze zaak heeft eiser, een Afghaanse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel verblijf als familie- of gezinslid bij zijn pleegvader, referent. De aanvraag is door de minister van Asiel en Migratie afgewezen, omdat de familierelatie niet is aangetoond. De rechtbank heeft de zaak op 20 november 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn pleegvader, samen met hun gemachtigden, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de pleegvader de aanvraag heeft ingediend, maar dat de relatie tussen eiser en referent niet voldoende is onderbouwd. Eiser heeft geprobeerd de relatie aan te tonen met een adoptieverklaring en identiteitsdocumenten, maar de rechtbank oordeelt dat deze documenten niet voldoende bewijs leveren voor de familierelatie. Bovendien is er geen bewijsnood aangetoond, aangezien eiser in staat was om zijn paspoort te verkrijgen.