Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiserV-nummer: [V-nummer]
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 27 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de minister van Asiel en Migratie. De eiser had op 27 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 30 oktober 2023 was ingediend. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 30 april 2024 eindigde, was verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Hierdoor zou de beslistermijn pas op 30 januari 2025 eindigen. De rechtbank concludeerde dat de ingebrekestelling van de eiser op 3 mei 2024 te vroeg was ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.