ECLI:NL:RBDHA:2024:19925

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
NL24.27871
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling asielaanvraag en wijziging geboortedatum van een minderjarige Syrische vreemdeling

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 november 2024, wordt het beroep van eiser, een minderjarige Syrische vreemdeling, tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. Eiser had op 14 december 2022 asiel aangevraagd en stelde dat zijn geboortedatum 1 september 2013 is, terwijl verweerder deze had vastgesteld op 2 januari 2012. De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte de geboortedatum niet heeft aangepast. Eiser heeft documenten overgelegd die zijn geboortedatum onderbouwen, en de rechtbank concludeert dat de verklaringen van eiser over zijn leeftijd geloofwaardig zijn. De rechtbank wijst erop dat de documenten die eiser heeft overgelegd, door Bureau Documenten als echt zijn bevonden, en dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom deze documenten niet als identificerend kunnen worden beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit voor wat betreft de geboortedatum en stelt deze vast op 1 september 2013. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.750 toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.27871

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
(gemachtigde: mr. T.J.A.J. Tichelaar).

Procesverloop

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van 12 juni 2024 (het bestreden besluit) waarin verweerder de asielaanvraag van eiser heeft ingewilligd, maar eisers gestelde geboortedatum van 1 september 2013 niet heeft overgenomen.
2. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
3. De rechtbank heeft het beroep op 7 november 2024 op zitting te Breda behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, de gestelde pleegvader van eiser [pleegvader] , [tolk] als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
4. Eiser stelt te zijn [eiser] , geboren op [datum 1] 2013. Hij heeft de Syrische nationaliteit. Eiser heeft in Nederland op 14 december 2022 asiel aangevraagd.
5. Eiser heeft op 22 november 2023 een origineel uittreksel uit het individueel bevolkingsregister van Syrië met pasfoto en de vertaling overgelegd en een origineel uittreksel uit het familieregister van Syrië. Deze documenten zijn door Bureau documenten echt bevonden.
6. Bij de correcties en aanvullingen op het ‘combigehoor AMV 6-12’ van 14 maart 2024 heeft eiser verzocht om zijn geboortedatum aan te passen naar [datum 1] 2013.
Het bestreden besluit
7. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eisers verklaringen over zijn nationaliteit, identiteit en herkomst worden geloofwaardig geacht. Eisers verzoek om zijn geboortedatum van [datum 2] 2012 te wijzigen naar [datum 1] 2013 heeft verweerder niet ingewilligd Verweerder stelt zich op het standpunt dat de documenten die eiser heeft overgelegd niet identificerend zijn en daarom niet ten grondslag kunnen liggen aan de wijziging van eisers persoonsgegevens.
8. Eiser heeft daartegen aangevoerd dat verweerder ten onrechte zijn leeftijd niet heeft aangepast. Eiser is nog zeer jong, bovendien heeft hij een identificerend document overgelegd uit Syrië, waaruit blijkt dat hij is geboren op [datum 1] 2013.
9. In het verweerschrift heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat Bureau Documenten geen uitspraak kan doen over de opmaak, afgifte en inhoud van de documenten, ook al zijn deze echt bevonden. De door eiser overgelegde documenten kunnen bovendien niet worden aangemerkt als authentieke identiteitsdocumenten omdat de uittreksels geen identificerende kenmerken, zoals een (geïntegreerde) foto en vingerafdrukken bevatten. Om die reden zijn de documenten niet identificerend. Daarnaast volgt uit algemene informatie over het individuele uittreksel, dat de pasfoto niet wordt geplaatst door de afgevende instantie, maar door een wijkhoofd ( [naam] ) en dat dergelijke uittreksels ook door anderen kunnen worden aangevraagd dan eiser zelf. Daarnaast volgt uit het Algemeen Ambtsbericht over Syrië van mei 2022 dat dit soort documenten frauduleus kan worden verkregen. [1]
De rechtbank oordeelt als volgt.
Ontvankelijkheid van het beroep
10. Ter zitting heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. Immers eiser is met de vastgestelde geboortedatum van [datum 2] 2012 ook minderjarig. Eiser kan met zijn gestelde geboortedatum niet in een gunstigere positie terecht komen.
11. Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 17 september 2003 volgt dat een vreemdeling alleen daadwerkelijk over een verblijfsvergunning beschikt, indien deze is verleend op basis van de juiste personalia. [2] De rechtbank ziet geen reden om daarover anders te oordelen, ook al is die uitspraak niet recent. De door verweerder ter zitting aangehaalde uitspraak van de Afdeling van 11 april 2019 [3] kan niet leiden tot een andere conclusie omdat daarin deze rechtsvraag niet aan de orde is. Eiser betwist zijn geboortedatum. Hij vindt dus dat niet de juiste personalia zijn vermeld bij de vergunningverlening. Gelet op de zojuist aangehaalde jurisprudentie heeft eiser dan ook een belang bij de beoordeling van dit beroep door de rechtbank. Het beroep is dan ook ontvankelijk.
De geboortedatum van eiser
12. Het beleid van verweerder over identiteitsdocumenten is opgenomen in paragraaf C4/4.2.2. van de Vc [4] en luidt als volgt:
“Een document met betrekking tot de identiteit van de vreemdeling moet in ieder geval de volgende elementen bevatten:
  • een goedgelijkende pasfoto;
  • de geboorteplaats van de vreemdeling; en
  • de geboortedatum van de vreemdeling.
Een identiteitsdocument kan alleen de identiteit onderbouwen als het authentiek is en op officiële wijze is afgegeven door de bevoegde autoriteiten en in het land van herkomst wordt erkend als identiteitsdocument. Daarnaast is van belang dat het een officieel identiteitsdocument betreft dat in het maatschappelijke verkeer en de contacten met (buitenlandse) autoriteiten wordt gebruikt om de identiteit aan te tonen.
Is er geen sprake van een authentiek identiteitsdocument, dan weegt de IND de verklaringen van de vreemdeling, andere overgelegde documenten en of de verklaringen van de vreemdeling passen in al datgene wat bij de IND bekend is over de situatie in het land van herkomst, mee.”
De rechtbank acht dit beleid redelijk.
13. De rechtbank stelt vast dat verweerder de in het bestreden besluit vermelde geboortedatum van eiser, te weten [datum 2] 2012, heeft vastgesteld op grond van het proces-verbaal van verhoor van 14 december 2022 van de Vreemdelingenpolitie. Uit dat proces-verbaal blijkt weliswaar niet dat eiser heeft verklaard dat [datum 2] 2012 zijn geboortedatum is, maar ter zitting heeft eiser bevestigd dat hij die geboortedatum wel bij zijn asielaanvraag van 14 december 2022 heeft genoemd.
14. In het rapport combigehoor AMV van 14 maart 2024 staat het volgende:
“Voorafgaand aan het gehoor kwam een medewerker van Nidos langs om te vragen of ik ervan op de hoogte was dat [eiser] 11 jaar is in plaats van 12 jaar. [5]
“Hoe oud ben jij [eiser] ?
Sinds dat ik in Nederland ben aangekomen, weet ik niet wat mijn leeftijd is, dus misschien heb ik de verkeerde geboortedatum opgegeven. Of het nou de goede of de niet goede geboortedatum is, weet ik niet”
“Toen jij in Nederland kwam, zei je dat je uit 2012 komt. Dan zou je nu 12 zijn.
Op jouw papiertjes staat dat jij uit 2013 komt. Dat betekent dat je nu 11 bent.
Oké. [6]
15. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten onrechte de geboortedatum van eiser niet heeft gewijzigd naar [datum 1] 2013. De geboortedatum die verweerder vermeldt in het bestreden besluit is enkel gebaseerd op de verklaring van eiser tijdens het verhoor door de Vreemdelingenpolitie op de datum van de asielaanvraag. Het is de rechtbank niet gebleken dat eiser op dat moment werd bijgestaan door een professioneel rechtsbijstandverlener of een medewerker van Nidos. Daar komt bij dat eiser op het moment van dat verhoor – zelfs als uit wordt gegaan van de door verweerder vastgestelde leeftijd – hooguit 10 jaar oud was. Verweerder heeft eisers verklaring onvoldoende beoordeeld in het licht van eisers leeftijd. Uit het rapport combigehoor blijkt vervolgens dat eiser twijfelt over zijn opgegeven leeftijd en dat hij niet weet hoe oud hij is. Verweerder laat na te motiveren waarom hij wél uitgaat van de verklaringen van eiser tijdens het verhoor met de Vreemdelingenpolitie, maar niet van eisers verklaringen tijdens het combigehoor. Daar komt bij dat in de echt bevonden documenten staat vermeld dat eisers geboortedatum [datum 1] 2013 is. Het individueel uittreksel bevat conform de vereisten uit verweerders beleid (paragraaf C4/4.2.2. van de Vc) de naam, geboortedatum en pasfoto van eiser. Uit het beleid van verweerder volgt niet dat de pasfoto een geïntegreerde pasfoto moet zijn, zoals verweerder in zijn verweerschrift stelt. Verder hebben de autoriteiten een stempel op het document geplaatst, deels over de pasfoto. Uit ambtshalve verkregen openbaar toegankelijke informatie van de UNHCR [7] blijkt dat het individueel uittreksel wordt gebruikt als tijdelijke vervanging van een verloren of beschadigd geraakt identiteitsdocument. Deze informatie sluit aan bij verweerders stelling in het verweerschrift dat de Syrische autoriteiten hun burgers vanwege de oorlog toestaan om met een individueel uittreksel de identiteit aan te tonen. De rechtbank is gelet op deze bevindingen van oordeel dat verweerder ten onrechte aan de door eiser overgelegde documenten niet de waarde hecht die eiser daaraan wenst toe te kennen. Anders dan verweerder, vindt de rechtbank geen steun in het algemeen ambtsbericht over Syrië van 2022 voor het standpunt van verweerder dat een individueel uittreksel zoals overgelegd door eiser, een document is dat vaak frauduleus wordt verkregen. In dit ambtsbericht staat dat documenten door omkoping of met smeergeld verkregen kunnen worden. Dat dit gebeurt, betekent nog niet dat ook het individueel uittreksel van eiser frauduleus is verkregen. Verweerder heeft daarvoor geen aanknopingspunten naar voren gebracht. De rechtbank overweegt tot slot dat eiser met de door verweerder toegekende leeftijd ook als minderjarig wordt beschouwd. Eiser heeft er derhalve geen belang bij om onjuiste informatie te verstrekken over zijn geboortedatum, of om frauduleus verkregen documenten over te leggen.

Conclusie en gevolgen

16. Verweerder heeft ten onrechte in het bestreden besluit de geboortedatum van eiser niet gewijzigd naar [datum 1] 2013. Op grond van artikel 8:41a van de Awb [8] beslecht de rechtbank het haar voorgelegde geschil zoveel mogelijk definitief. Naar het oordeel van de rechtbank is slechts één uitkomst mogelijk, namelijk het wijzigen van de geboortedatum van eiser. De rechtbank zal daarom met het oog op finale geschillenbeslechting met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak voorzien en bepalen dat de geboortedatum van eiser 1 september 2013 is.
17. Omdat het beroep gegrond is krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten.
Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.750 omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor wat betreft de geboortedatum van eiser en bepaalt dat
de geboortedatum van eiser wordt vastgesteld op [datum 1] 2013;
- laat het bestreden besluit voor het overige in stand;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750 aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan op 27 november 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie pagina’s 35 en 43 t/m 45 van het Algemeen ambtsbericht Syrië van de minister van Buitenlandse Zaken van mei 2022.
4.Vreemdelingencirculaire 2000.
5.Pagina 2 van het rapport combigehoor AMV 6-12 jaar.
6.Pagina 4 en 5 van het rapport combigehoor AMV 6-12 jaar.
7.Booklet on Civil Documentation and Registration in the Syrian Arab Republic,
8.Algemene wet bestuursrecht.