Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 3 juni 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, het bezwaar van verzoeker tegen de beëindiging van zijn verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hierop de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van artikel 8:81 van de Awb een voorlopige voorziening alleen kan worden verzocht zolang er bezwaar of beroep aanhangig is, het zogenaamde connexiteitsvereiste. Aangezien er op het moment van het verzoek om voorlopige voorziening geen bezwaarprocedure meer aanhangig was, omdat het besluit van 3 juni 2024 definitief was, kon het verzoek niet in behandeling worden genomen. Verzoeker had op 1 juli 2024 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, maar er was geen beroep ingesteld, waardoor niet voldaan werd aan het connexiteitsvereiste.
De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan op 28 november 2024 door mr. A.J. de Danschutter, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, conform artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit 2000.