ECLI:NL:RBDHA:2024:19981

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
NL24.42576
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 26 november 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.R. van der Pol, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. C.J. Ohrtmann, had echter op 30 oktober 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.

Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 november 2024 behandeld, maar verzoeker is niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL24.42575, behandeld, die verband houdt met het beroep van verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.42576
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. M.R. van der Pol),
en
de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. C.J. Ohrtmann).

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.42575, op 19 november 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.42575, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.A. Oelen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 november 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.