Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nr.]
[naam kind]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster, mede namens haar minderjarige kinderen, op 6 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag van 4 mei 2022 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft op 14 februari 2024 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure, waarbij verzoekster verzocht om een proceskostenvergoeding.
Bij besluit van 8 januari 2024 heeft de staatssecretaris de Nederlandse ambassade in Nairobi gemachtigd om een mvv te verlenen aan verzoekster. Na dit besluit heeft verzoekster haar beroep ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld tot betaling van € 437,50 voor de door verzoekster gemaakte proceskosten. Dit bedrag is vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. Daarnaast heeft de rechtbank verweerder erop gewezen dat deze verplicht is om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184 te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Verzoekster is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens is met de uitspraak.