ECLI:NL:RBDHA:2024:20226
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 15 oktober 2024, betreft het een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. H.J. Metselaar, had echter op 13 september 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Polen verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 oktober 2024 behandeld, maar verzoeker was niet verschenen. De minister was wel vertegenwoordigd. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.35917, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Blok, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 15 oktober 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.