ECLI:NL:RBDHA:2024:20250

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
NL24.35038
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2024 een mondelinge uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling is genomen. De minister heeft zich beroepen op de Dublinverordening, die bepaalt dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet aan Duitsland kan worden overgedragen totdat op het beroep is beslist.

Tijdens de zitting op 1 oktober 2024 is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de minister zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft na de behandeling onmiddellijk uitspraak gedaan en de voorlopige voorziening toegewezen. Dit houdt in dat het bestreden besluit van de minister wordt geschorst en dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Duitsland totdat er een beslissing is genomen op het beroep. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.750,-.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de overdrachtstermijn op 21 november 2024 verstrijkt en dat er onzekerheid bestaat over de behandeling van de beroepszaak. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.35038
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. S.A.S. Jansen),
en
de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 6 september 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.35037, op 1 oktober 2024 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Duitsland totdat is beslist op het beroep;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.750,-.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Op de zitting is besproken dat de beroepszaak NL24.35037 wordt aangehouden. Eiser wil zijn standpunt toelichten met behulp van een tolk, maar de tolk die was gereserveerd voor de zitting van 1 oktober 2024 heeft zich die ochtend afgemeld.
3. Omdat het niet zeker is of de beroepszaak op korte termijn alsnog kan worden behandeld, de overdrachtstermijn op 21 november 2024 verstrijkt en zowel de minister als de gemachtigde van eiser zich op de zitting niet heeft verzet tegen het toewijzen van de voorlopige voorziening, wijst de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening toe. De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit en bepaalt dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Duitsland totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist.
4. De voorzieningenrechter veroordeelt de minister in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2024 door mr. P.J. Blok, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
07 oktober 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.