Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 4 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 18 juni 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, verweerder in deze procedure, heeft op 20 december 2023 alsnog een besluit genomen en de asielaanvraag van eiser ingewilligd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, omdat verweerder alsnog een besluit heeft genomen op de asielaanvraag, eiser geen belang meer heeft bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk is. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ook betrekking heeft op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoetkomt. Aangezien eiser niets heeft aangevoerd tegen de inwilliging van zijn asielaanvraag, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee volledig aan eiser is tegemoetgekomen.
De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk is. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 437,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 december 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier.