ECLI:NL:RBDHA:2024:20456

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
NL24.35272
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake kennelijke verschrijving in bestuursrechtelijke procedure over middelen van bestaan

Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL24.35272, waarbij eisers, vertegenwoordigd door mr. V.L. van Wieringen, in geschil waren met de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. M. Dalhuisen. De rechtbank heeft op 9 december 2024 geconstateerd dat er een kennelijke verschrijving in de eerdere uitspraak was, specifiek in rechtsoverweging 6.2. In deze overweging werd abusievelijk vermeld dat referent niet had aangetoond over een periode van 15 maanden te beschikken over voldoende middelen van bestaan, terwijl dit 18 maanden had moeten zijn. De rechtbank heeft besloten deze fout te herstellen en de uitspraak aan te passen. De hersteluitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, rechter, in aanwezigheid van mr. J. Dijkstra, griffier. De aanpassing is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.35272

uitspraak van de enkelvoudige kamer ter verbetering van de uitspraak van

6 december 2024 in de zaak tussen

[naam] en [naam], eisers

V-nummer: [nummer] en [nummer],
(gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen),
en
de Minister van Asiel en Migratie, [1] de minister,
(gemachtigde: mr. M. Dalhuisen).

Overwegingen

1. Op 6 december 2024 is de uitspraak in de zaak NL24.35272 van eisers uitgesproken en op 9 december 2024 bekend gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
2. De rechtbank heeft geconstateerd dat er in die uitspraak een kennelijke verschrijving staat vermeld die zich leent voor eenvoudig herstel. De verschrijving heeft betrekking op rechtsoverweging 6.2. van de uitspraak waar per abuis is overwogen dat referent niet heeft aangetoond dat hij over een periode van 15 maanden beschikte over (voldoende) middelen van bestaan. In plaats van 15 maanden had daar 18 maanden moeten staan. De rechtbank ziet hierin aanleiding om de uitspraak aan te passen.
3. Beslist wordt als volgt.

Beslissing

De rechtbank herstelt de uitspraak van 6 december 2024 aldus dat de in rechtsoverweging 6.2. opgenomen zinsnede:
“Omdat referent door middel van de ‘verklaring zelfstandig ondernemer’ niet heeft aangetoond dat hij over een periode van 15 maanden beschikte over (voldoende) middelen van bestaan, voldoet hij nu (nog) niet aan het duurzaamheidsvereiste.”,
wordt vervangen door:
“Omdat referent door middel van de ‘verklaring zelfstandig ondernemer’ niet heeft aangetoond dat hij over een periode van 18 maanden beschikte over (voldoende) middelen van bestaan, voldoet hij nu (nog) niet aan het duurzaamheidsvereiste.”
Deze hersteluitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, rechter, in aanwezigheid van
mr. J. Dijkstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.