ECLI:NL:RBDHA:2024:20496
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van homoseksuele eiser uit Nigeria
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, afkomstig uit Nigeria, heeft op 25 maart 2020 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister heeft deze aanvraag op 9 juli 2024 afgewezen, waarbij hij de aanvraag als ongegrond heeft bestempeld. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 27 november 2024 door de rechtbank is behandeld.
De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelt dat hij homoseksueel is en daardoor niet veilig is in zijn land van herkomst. Hij heeft problemen ondervonden na het betrapt worden tijdens een intieme ontmoeting met zijn partner. De minister heeft echter de geloofwaardigheid van eisers verklaringen over zijn seksuele gerichtheid en de daaruit voortvloeiende problemen betwist, en concludeert dat de asielaanvraag ongegrond is.
De rechtbank oordeelt dat eiser geen concrete gronden heeft aangevoerd tegen het bestreden besluit. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat zijn culturele en religieuze achtergrond hem heeft belemmerd in het uiten van zijn seksuele geaardheid. Ook zijn argument dat hij geen reden had om bang te zijn, omdat hij zijn homoseksualiteit geheim hield, werd door de rechtbank niet als valide beschouwd. De rechtbank concludeert dat de minister de asielaanvraag terecht heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.