ECLI:NL:RBDHA:2024:20544
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 31 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 30 juni 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling op 30 september 2024 per fax verzonden, maar de rechtbank oordeelt dat deze te vroeg is ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag eindigde op 30 december 2023, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 30 september 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is. Aangezien de ingebrekestelling vóór het verstrijken van de beslistermijn is ingediend, is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 4 december 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.