Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
de Minister van Asiel en Migratie
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
van € 875,-.
Rechtbank Den Haag
Op 19 juni 2024 heeft de Minister van Asiel en Migratie besloten dat de verzoekster, die in deze procedure optreedt met een gemachtigde, niet in aanmerking komt voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Tegen dit besluit heeft de verzoekster beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 september 2024 behandeld, waarbij zowel de verzoekster als de gemachtigden van de verzoekster en de minister aanwezig waren.
In een eerdere uitspraak, met zaaknummer NL24.26288, heeft de rechtbank het beroep van de verzoekster gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten die de verzoekster heeft gemaakt, vastgesteld op € 875,-. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht en betreft de kosten voor de rechtsbijstand die door een derde is verleend.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.C. ten Hoopen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.