Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,v-nummers: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 24 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 31 mei 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had zijn asielaanvraag op 31 mei 2023 ingediend, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden zou op 30 november 2023 eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/26 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 31 augustus 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en concludeert dat de ingebrekestelling van 29 augustus 2024 te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.