Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoekster], verzoekster
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster op 28 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) van 3 augustus 2023. De rechtbank heeft op 3 januari 2024 de Nederlandse ambassade in Ho Chi Minh Stad gemachtigd om aan verzoekster een mvv te verlenen. Verzoekster heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft uitspraak gedaan buiten zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van verzoekster beslist en heeft deze aanvraag hangende het beroep tegen het niet tijdig beslissen ingewilligd, waardoor verweerder geheel aan het beroep van verzoekster tegemoet is gekomen.
De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 437,50 voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, aangezien het beroep alleen betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. Daarnaast heeft de rechtbank verweerder erop gewezen dat hij op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184 te vergoeden, waarvoor verzoekster zich tot verweerder moet wenden.