ECLI:NL:RBDHA:2024:20745
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag EU verblijfsdocument op basis van herhaalde aanvraag en motiveringsbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een EU/EER verblijfsdocument beoordeeld. Eiser, geboren in 1984 met de Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor verblijf als verzorgende ouder bij zijn Nederlandse zoon. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat eiser eerder een soortgelijke aanvraag had ingediend die was afgewezen op basis van het arrest Chavez-Vilchez. Eiser had geen beroep ingesteld tegen deze eerdere afwijzing, waardoor deze in rechte vaststond. De rechtbank oordeelt dat de huidige aanvraag van eiser een herhaalde aanvraag is, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn die een andere beoordeling rechtvaardigen. Eiser voerde aan dat verweerder hem onterecht tegenwerkt en dat hij recht heeft op een toezegging voor verblijfsrecht als hij zijn verblijfsrecht in Duitsland opgeeft. De rechtbank concludeert echter dat verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een andere beslissing. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.