ECLI:NL:RBDHA:2024:20820

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
NL24.3882
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag nareis asiel

In deze zaak heeft verzoeker op 2 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag van 29 december 2022 voor nareis asiel ten behoeve van zijn moeder en twee broers. Op 18 maart 2024 heeft verzoeker een tweede beroep ingesteld tegen hetzelfde niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft op 9 juli 2024 op het tweede beroep beslist en verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit op de aanvraag bekend te maken. Verweerder heeft op 13 november 2024 de aanvraag ingewilligd, waarna verzoeker het eerste beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, aangezien er al een uitspraak is gedaan op het tweede beroep, het eerste beroep niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden als verzoeker dit niet had ingetrokken. Hierdoor was er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. Deze uitspraak is gedaan op 10 december 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.3882

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

v-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 2 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag van 29 december 2022 nareis asiel ten behoeve van zijn moeder en twee broers.
Verzoeker heeft op 18 maart 2024 eveneens beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op diezelfde aanvraag van 29 december 2022. [1] Deze rechtbank en zittingsplaats heeft op 9 juli 2024 op het beroep van 18 maart 2024 beslist en verweerder opgedragen om binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken.
Bij besluit van 13 november 2024 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker ingewilligd.
Verzoeker heeft het beroep van 2 februari 2024 ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [2] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank is van oordeel dat nu er reeds uitspraak is gedaan op het tweede beroep niet tijdig beslissen van 18 maart 2024, waarbij ook een oordeel is gegeven over de geldigheid van de ingebrekestelling en de overschrijding van de beslistermijn, onderhavig beroep niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk diende te worden verklaard als verzoeker dit beroep niet had ingetrokken. Voor een vergoeding van de proceskosten bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan op 10 december 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Zaaknummer NL24.11805.
2.Algemene wet bestuursrecht.