ECLI:NL:RBDHA:2024:20945
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 22 december 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 1 september 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft op 19 februari 2024 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser werd verzocht om te reageren op dit besluit, maar heeft zijn beroep niet ingetrokken. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk is, omdat de asielaanvraag inmiddels is ingewilligd. Eiser heeft in dat opzicht geen procesbelang meer. Echter, omdat eiser terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen, heeft de rechtbank besloten om de minister te veroordelen in de proceskosten die eiser heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast.
De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser. Deze uitspraak is gedaan op 11 december 2024 door rechter M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.