Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 15 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf bij Bereket Zeru Weldesalassie. De minister van Asiel en Migratie heeft op 17 januari 2024 de aanvraag van eiseres afgewezen. Echter, op 2 september 2024 heeft de minister het hiertegen gerichte bezwaar gegrond verklaard en de aanvraag alsnog ingewilligd. Eiseres werd verzocht om te reageren op dit besluit, maar heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had haar aanvraag op 2 december 2022 ingediend, en de minister had op grond van artikel 2u, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen. De beslistermijn was verlengd met drie maanden, waardoor de minister uiterlijk op 2 juni 2023 een besluit had moeten nemen. Eiseres heeft de minister op 22 mei 2023 in gebreke gesteld, maar op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken, waardoor de ingebrekestelling niet rechtsgeldig was.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling niet rechtsgeldig was. Er is geen aanleiding om de minister te veroordelen in de proceskosten van de procedure. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.