In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. Eiseres had eerder een uitspraak van de rechtbank ontvangen waarin verweerder, de minister van Asiel en Migratie, werd opgedragen om binnen acht weken na die uitspraak een nieuw besluit te nemen. Aangezien deze termijn was verstreken zonder dat er een besluit was genomen, heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank heeft besloten dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 187,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 21 november 2024.