ECLI:NL:RBDHA:2024:21025

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
NL24.42161
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • S. Ketelaars - Mast
  • J. Dijkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met niet-ontvankelijkheid van verzoeker

In de zaak tussen verzoeker en de Minister van Asiel en Migratie heeft de voorzieningenrechter op 13 december 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister op 21 oktober 2024 buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 6 december 2024, maar verzoeker was niet aanwezig, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoeker met onbekende bestemming is vertrokken en dat zijn gemachtigde heeft verklaard geen contact meer te hebben met hem. Hierdoor is aangenomen dat verzoeker geen prijs meer stelt op een beoordeling van zijn verzoek om bescherming. Dit leidde tot de conclusie dat verzoeker ook geen belang heeft bij de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van griffier mr. J. Dijkstra, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.42161

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] verzoeker

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. B. de Haan),
en

de Minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: J.H.A van Eijk).

Procesverloop

Bij besluit van 21 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.42160, op 6 december 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.42160, heeft de rechtbank het aan het onderhavige verzoek connexe beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat kan worden aangenomen dat verzoeker geen prijs meer stelt op een beoordeling van de door hem aanvankelijk gezochte bescherming. Volgens de beschikbare informatie is verzoeker met onbekende bestemming vertrokken en heeft verzoekers gemachtigde schriftelijk verklaard geen contact meer te hebben met verzoeker. Gelet hierop heeft verzoeker evenmin belang bij de beoordeling van het onderhavige verzoek.
2. Het verzoek is dus niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J. Dijkstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.