ECLI:NL:RBDHA:2024:21030

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
NL24.43757
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • S. Ketelaars - Mast
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, aangeduid als verzoeker. De zaak betreft een afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Minister van Asiel en Migratie, die op 1 november 2024 het besluit heeft genomen dat de aanvraag kennelijk ongegrond is. Daarnaast heeft de minister een terugkeerbesluit uitgevaardigd met een onmiddellijke vertrektermijn en een inreisverbod van twee jaar opgelegd aan de verzoeker. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 6 december 2024, maar verzoeker is niet verschenen, terwijl de minister zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker met onbekende bestemming is vertrokken en dat zijn gemachtigde heeft verklaard geen contact meer te hebben met hem. Hierdoor is aangenomen dat verzoeker geen prijs meer stelt op de beoordeling van zijn verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard, met de overweging dat verzoeker geen belang meer heeft bij de beoordeling. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van griffier mr. J. Dijkstra, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.43757

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J. Oosterhof),
en
de Minister van Asiel en Migratie [1] , de minister,
(gemachtigde: mr. J.H.A. van Eijk ).

Procesverloop

Bij besluit van 1 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. De minister heeft verder geen aanleiding gezien om aan eiser ambtshalve een vergunning regulier voor bepaalde tijd op of uitstel van vertrek op medische gronden te verlenen. De minister heeft een terugkeerbesluit met een vertrektermijn van per direct aan eiser uitgevaardigd en een inreisverbod voor de duur van twee jaar aan hem opgelegd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.43756, op 6 december 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.43756, heeft de rechtbank het aan het onderhavige verzoek connexe beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat kan worden aangenomen dat verzoeker geen prijs meer stelt op een beoordeling van de door hem aanvankelijk gezochte bescherming. Volgens de beschikbare informatie is verzoeker met onbekende bestemming vertrokken en heeft verzoekers gemachtigde schriftelijk verklaard geen contact meer te hebben met verzoeker. Gelet hierop heeft verzoeker evenmin belang bij de beoordeling van het onderhavige verzoek.
2. Het verzoek is dus niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J. Dijkstra, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.