ECLI:NL:RBDHA:2024:21128
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Kroatië
In de zaak tussen verzoeker en de minister van Asiel en Migratie heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 december 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, nadat de minister op 31 oktober 2024 had besloten de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, wat samenhangt met het verzoek om voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 13 december 2024 is het verzoek behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in het samenhangende beroep van verzoeker, dat ongegrond werd verklaard. Aangezien de rechtbank al een beslissing had genomen op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.