ECLI:NL:RBDHA:2024:21145
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In de zaak met zaaknummer NL24.38139 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Taheri, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. J.A.C.M. Prins, had echter op 1 oktober 2024 besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 15 oktober 2024, maar de verzoeker is niet verschenen. De minister was wel vertegenwoordigd. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL24.38138, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 oktober 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.