In deze zaak heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. E.S. van Aken, beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis voor haar en haar minderjarige kinderen. De aanvraag was ingediend door de referent op 11 juli 2023. Op 16 november 2023 heeft de staatssecretaris meegedeeld dat de ambassade te Istanbul gemachtigd is om de mvv af te geven. Eiseres heeft desgevraagd aangegeven het beroep te handhaven.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, nu de aanvraag is ingewilligd, eiseres geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat, omdat eiseres terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen, verweerder veroordeeld wordt in de proceskosten. Deze kosten zijn vastgesteld op € 437,50, en het door eiseres betaalde griffierecht van € 184 moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.