ECLI:NL:RBDHA:2024:21264

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
NL24.41123 en NL24.41125
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheidskwesties van Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in de zaken NL24.41123 en NL24.41125, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. T. Volckmann, een voorlopige voorziening vroegen. De verzoekers hadden eerder aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvragen waren door de minister van Asiel en Migratie op 21 oktober 2024 niet in behandeling genomen. De minister stelde dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvragen van de verzoekers.

Tijdens de zitting op 12 november 2024, waar de verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in andere aanverwante zaken (NL24.41122 en NL24.41124), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 21 november 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.41123 en NL24.41125

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2] , verzoekers
(gemachtigde: mr. T. Volckmann), en
de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluiten van 21 oktober 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NL24.41122 en NL24.41124, op 12 november 2024 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen H. Benkrita. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.41122 en NL24.41124, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
21 november 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.