ECLI:NL:RBDHA:2024:21304
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag behandeld. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Kalu-Mollema, heeft haar aanvraag op 10 november 2023 ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou eindigen op 10 mei 2024. Echter, de minister van Asiel en Migratie heeft, met de inwerkingtreding van het WBV 2023/3, de beslistermijn voor asielaanvragen die tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 zijn ingediend, met negen maanden verlengd. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak op 11 april 2024 geoordeeld dat de minister voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een situatie die een verlenging van de beslistermijn rechtvaardigde. Hierdoor is de ingebrekestelling van 24 mei 2024 prematuur ingediend, wat betekent dat het beroep niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in de Awb.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de bekendmaking van deze uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als zij het niet eens is met deze uitspraak.