ECLI:NL:RBDHA:2024:21311

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
NL24.42986
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet verstreken termijnen

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Arslan, een beroep ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 10 juli 2023 was ingediend. De rechtbank, zittingsplaats Groningen, behandelt het beroep dat op 4 november 2024 is ingesteld. Dit beroep volgt op een eerdere uitspraak van de rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, op 15 oktober 2024, waarin de minister van Asiel en Migratie was opgedragen om binnen zestien weken, of acht weken na het horen van de eiser, een besluit te nemen. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van dit besluit op het moment van indienen van het huidige beroep nog niet was verstreken.

De rechtbank overweegt dat, gezien de eerdere uitspraak, de minister nog niet in verzuim was en dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank zonder zitting uitspraak doet, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat eiser te vroeg is met zijn beroep, aangezien de opgelegde termijn voor de minister nog niet was verstreken en de dwangsom nog niet volledig verbeurd was.

De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Tijnagel, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.42986

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. E. Arslan),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1.1
Eiser heeft een beroep ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 10 juli 2023.
1.2.
Bij uitspraak van 15 oktober 2024 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam [1] , een eerder beroep gericht tegen niet tijdig beslissen gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen zestien weken dan wel, indien eiser inmiddels is gehoord over zijn asielmotieven, binnen acht weken na de dag van verzending van die uitspraak alsnog een besluit bekend te maken onder verbeuring van een dwangsom.
1.3
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser op 4 november 2024 heeft ingesteld.

Overwegingen

2. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
3. De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van de uitspraak van 15 oktober 2024 van deze rechtbank, zie 1.2., diende de minister acht weken danwel zestien weken na verzending van die uitspraak een besluit bekend te maken. Ten tijde van het indienen van dit (tweede) beroep op 4 november 2024 was de termijn van acht weken, en logischerwijs die van zestien weken, nog niet verstreken. Om die reden was dus ook de opgelegde rechterlijke dwangsom nog niet (volledig) verbeurd. De minister was nog niet in verzuim. Eiser is te vroeg met zijn beroep. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.