ECLI:NL:RBDHA:2024:21384
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een asielzoeker, had tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, nadat zijn asielaanvraag op 15 oktober 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten totdat er op het beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat op dezelfde dag in een andere zaak (NL24.41320) al een uitspraak was gedaan die betrekking had op het beroep van verzoeker. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.