ECLI:NL:RBDHA:2024:21465

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
23-12087
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag voor asiel. De aanvraag van verzoekster werd door de Minister van Asiel en Migratie afgewezen met een besluit van 19 augustus 2022. Na bezwaar van verzoekster bleef de afwijzing in stand bij het bestreden besluit van 6 oktober 2023. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 juni 2024 behandeld, waarbij verzoekster en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en partijen toestemming verleend om zonder nadere zitting uitspraak te doen. Op 10 september 2024 is aan partijen bericht dat het onderzoek op 16 september 2024 gesloten zou worden, waarop geen nadere reacties zijn ontvangen.

Verzoekster heeft op 11 oktober 2023 verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar trok dit beroep op betalingsonmacht in op 16 oktober 2023. De rechtbank heeft dit verzoek op 21 maart 2024 voorlopig toegewezen. Tijdens de zitting stelde verzoekster dat zij dacht dat zij het griffierecht niet hoefde te betalen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om vrijstelling van het griffierecht toegewezen, omdat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan de voorwaarden voldoet.

Echter, bij een andere uitspraak op dezelfde dag, zaaknummer AWB 24/1043, is het beroep van verzoekster ongegrond verklaard, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/12087

uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 oktober 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster,

V-nummer: [V-nummer] ,
en
de Minister van Asiel en Migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,de minister,
(gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de afwijzing van de aanvraag van verzoekster.
1.1.
De minister heeft deze aanvraag met het het besluit van 19 augustus 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 6 oktober 2023 op het bezwaar van verzoekster is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak AWB 24/1043, op 13 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster en de gemachtigde van de minister. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst.
1.3.
Partijen hebben de rechtbank op de zitting van 13 juni 2024 toestemming verleend om zonder nadere zitting uitspraak te doen.
1.4.
De rechtbank heeft partijen op 10 september 2024 bericht dat het onderzoek zal worden gesloten op 16 september 2024. Partijen hebben geen nadere reactie ingediend op de vraag of zij een nadere zitting wensen. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek op 16 september 2024 gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Vrijstelling van griffierecht
2. Verzoekster heeft op 11 oktober 2023 de rechtbank verzocht om vrijstelling van het griffierecht. Op 16 oktober 2023 heeft verzoekster het beroep op betalingsonmacht ingetrokken. De rechtbank heeft bij brief van 21 maart 2024 het beroep op betalingsonmacht voorlopig toegewezen. Verzoekster stelt op zitting dat zij in de veronderstelling was dat zij het griffierecht niet hoefde te betalen.
3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om vrijstelling van het griffierecht toe. Verzoekster heeft met het door haar ingediende formulier voldoende aannemelijk gemaakt dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Verzoekster hoeft dus geen griffierecht te betalen.
Voorlopige voorziening
4. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 24/1043, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep is ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig.

Conclusie en gevolgen

5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Verzoekster krijgt geen vergoeding van proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2024.
De griffier
De voorzieningenrechter is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.