ECLI:NL:RBDHA:2024:2155

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
21 februari 2024
Zaaknummer
NL23.35812
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar Dublin-regelgeving

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. K. Kanters, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje volgens de Dublin-regelgeving verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 30 januari 2024, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft de zaak samen met een andere zaak (NL23.35811) behandeld. In de uitspraak van die andere zaak is besloten dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, wat heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in deze zaak.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 9 februari 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.35812
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A. Khalaf), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 13 november 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.35811, op 30 januari 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Vayez. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.35811, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
09 februari 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.