Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[verzoeker], verzoeker 1, V-nummer [V-nummer 1]
[verzoekster 1], verzoekster 1, V-nummer [V-nummer 2]
tezamen te noemen: verzoekers
Rechtbank Den Haag
Op 17 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken van verzoekers die asiel aanvragen. De verzoekers, waaronder verzoekster 2 en verzoekster 3, hebben beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Asiel en Migratie, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van hun asielaanvragen. De verzoekers hebben tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de uitspraak van dezelfde dag, met de zaaknummers NL24.47067, NL24.47069, NL24.47071 en NL24.47073, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is.