ECLI:NL:RBDHA:2024:21723
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Bruinse - Pot
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buitenbehandelingstelling van asielaanvraag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag. Eiser diende op 6 juli 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, maar de minister heeft deze aanvraag op 17 oktober 2024 buiten behandeling gesteld. De rechtbank heeft het beroep op 2 december 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Eiser zelf was niet aanwezig.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waarbij eiser aanvoert dat de minister hem niet op de juiste wijze heeft uitgenodigd voor het gehoor. Eiser stelt dat hij de oproep nooit heeft ontvangen en dat deze naar het verkeerde adres is verzonden. De rechtbank concludeert echter dat de minister de uitnodiging op het juiste adres heeft verstuurd, aangezien eiser daar ingeschreven stond in de Basisregistratie Personen (BRP). De rechtbank oordeelt dat de minister op de juiste wijze heeft gehandeld en dat de beroepsgrond van eiser niet slaagt.
Daarnaast heeft de minister eiser de gelegenheid geboden om binnen twee weken op het voornemen te reageren, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank komt tot de conclusie dat de minister de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de minister in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.