ECLI:NL:RBDHA:2024:2179
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en inreisverbod in het kader van gezinsleven en artikel 8 EVRM
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres, van Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 26 augustus 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze is op 5 januari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld. De rechtbank heeft op 8 februari 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de staatssecretaris aanwezig waren. Eiseres is in juni 2023 met onbekende bestemming vertrokken uit de asielopvang in Nederland en verblijft sindsdien in Duitsland. De rechtbank concludeert dat eiseres nog procesbelang heeft bij de beoordeling van haar beroep, ondanks haar vertrek.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld, omdat eiseres niet binnen de gestelde termijn contact heeft opgenomen met de Nederlandse autoriteiten. Eiseres heeft weliswaar aangevoerd dat zij medische complicaties heeft ondervonden, maar dit werd niet onderbouwd met bewijs. De rechtbank wijst het beroep tegen de buitenbehandelingstelling af.
Echter, de rechtbank oordeelt dat het opgelegde inreisverbod in strijd is met artikel 8 van het EVRM, dat het recht op gezinsleven beschermt. De staatssecretaris heeft onvoldoende gemotiveerd dat het inreisverbod niet in strijd is met dit artikel, vooral omdat de minderjarige kinderen van eiseres niet zonder haar kunnen reizen. De rechtbank vernietigt daarom het inreisverbod en veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van proceskosten aan eiseres.