ECLI:NL:RBDHA:2024:21818

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
NL24.44721
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep

Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.R. van der Pol, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A.J. Rossingh, afgewezen op 12 november 2024, met de motivering dat de aanvraag kennelijk ongegrond was. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 12 december 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag in een andere zaak (NL24.44720) uitspraak gedaan, waarbij het beroep van de verzoeker ongegrond werd verklaard en het bestreden besluit in stand bleef. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, en de griffier mr. E.A. Ruiter was ook aanwezig. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.44721

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. M.R. van der Pol),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. A.J. Rossingh).

Inleiding

1. Met het besluit van 12 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep [1] , op 12 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister deelgenomen. Het onderzoek ter zitting is gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, in de zaak met nummer NL24.44720, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep is daarbij ongegrond verklaard en het bestreden besluit is in stand gelaten. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.E.A. Ruiter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zaak NL24.44720.