Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
H.J. Renders, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en inreisverbod opgelegd aan eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat hem een terugkeerbesluit met een vertrektermijn van 28 dagen en een inreisverbod voor de duur van twee jaar had opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting op 16 januari 2023, waarbij eiser zich liet vertegenwoordigen door een waarnemer voor zijn gemachtigde. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Eiser voerde aan dat het besluit in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel, en dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn vriendin in Nederland. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende rekening had gehouden met de omstandigheden van eiser en dat het besluit op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen. Eiser had geen geldig Spaans visum en dus geen rechtmatig verblijf in de EU, wat de basis vormde voor het terugkeerbesluit.
De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat het bestreden besluit in strijd was met de geldende rechtsbeginselen. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd van zijn relatie en de rechtbank oordeelde dat hij in staat was om zijn gezinsleven op andere manieren in te vullen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 19 januari 2023, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.