ECLI:NL:RBDHA:2024:21861
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 30 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 maart 2024 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 19 december 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag op 2 september 2024 eindigde. Echter, met de inwerkingtreding van de WBV 2023/26 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 2 juni 2025 ligt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling van eiser op 6 september 2024 te vroeg was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.