In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Aygur, heeft zijn aanvraag op 10 april 2023 ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 10 oktober 2023. Echter, de minister van Asiel en Migratie heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd op basis van artikel 42, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een groot aantal aanvragen tegelijkertijd werd ingediend. De rechtbank heeft eerder in een andere uitspraak geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser, die op 10 juli 2024 werd ingediend, prematuur, omdat deze werd gedaan op de laatste dag van de verlengde beslistermijn. De rechtbank concludeert dat het beroep niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals vastgelegd in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).